Eigenlijk is het hele verhaal met de Wijzen uit het Oosten een beetje vreemd. Hoe konden de wijzen weten over deze koning in Juda – Hoe hebben ze zoiets uit de sterren kunnen afleiden? En wie waren zij? Hoe kenden ze elkaar en waar kwamen ze eigenlijk vandaan?
Dit verhaal staat slechts in één van de evangeliën (Mattheüs), en ondanks dat de traditie beweert dat het er drie waren (Melchior uit Perzië, Balthazar uit Arabië en Casper uit India) worden dergelijke details niet gegeven in de tekst. We hebben eigenlijk geen idee hoeveel er kwamen. Alleen dat ze drie geschenken meebrachten: Goud, wierook en mirre, cadeaus geschikt voor een Koning, Priester en Profeet.
Historische achtergrond – ver terug in Babylon
Babylon werd gebouwd aan de rivier de Eufraat (in het huidige Irak) en was ooit de grootste stad ter wereld. De Chaldeeuwse bevolking van dit gebied, die waren opgenomen in het Babylonische rijk, waren beroemd om hun fixatie op de hemelse heerscharen, en hun ‘wijsheid’ beïnvloedde alle volkeren die hen volgden. Ook de Meden, Perzen en Grieken hebben een aantal van hun systemen overgenomen, en wij in het Westen hebben ook wat geërfd van deze astrologie van de oude rijken.
De Chaldeeuwse priesters ontwikkelden een theorie over het verband tussen wat werd waargenomen aan de hemel en gebeurtenissen op aarde. Tijdens de 8e en 7e eeuw voor Christus ontwikkelden Babylonische astronomen een nieuwe empirische benadering van de astronomie. Ze werden beïnvloed door de astrale theologie van de Sumeriërs, die planeetgoden een belangrijke rol gaven in hun waarneming van de sterren en planeten. Ze dachten dat het leven van de mens en zijn lot afhankelijk was van de sterren en planeten aan de hemel. De vruchtbaarheid van de bodem was afhankelijk van de zon die scheen en de regen die viel vanuit de hemel, en de schade die wordt aangericht door stormen en overstromingen die vaak door de Eufraatvallei trokken, kwamen ook van bovenaf.
Daarom redeneerden zij: de goden hadden hun zetel in de hemel en konden voorspoed of welvaart brengen of rampen, zoals zij dat wensten. Dus de vluchtige hemel gelukkig houden was dat wel noodzakelijk geacht voor de welvaart – en zelfs om te overleven. Ze vereerden de schepping, maar de Schepper kenden ze niet.
Maar God stuurt iemand om de waarheid uit te leggen
Toen de Joden in de zesde eeuw voor Christus in ballingschap naar Babylon werden gevoerd, sloeg God twee vliegen in één klap. Hij was Zijn doel aan het verwezenlijken met betrekking tot Israël, maar ook met het bereiken van de Babyloniërs die in dwaling leefden en in angst, de zon, de maan en de sterren aanbaden.
Daniël was een slaaf onder de Babyloniërs, maar hij was ook Gods ambassadeur, gekozen om hen te onderwijzen over de enige ware Heer van de hele schepping. God gaf koning Nebukadnezar een verontrustende droom die geen van de Chaldeeën met al hun wijsheid kon oplossen. Niets van hun magie en waarzeggerij kon hen helpen. Alleen Daniël kon dat mysterie oplossen. Het hele rijk begon te leren dat er Eén was die soeverein was over alle machten die ze ooit eerder hadden gekend.
Daniël legt uit aan de koning: “De verborgenheid die de koning vraagt, kunnen wijzen, bezweerders, magiërs en toekomstvoorspellers de koning niet te kennen geven. Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart.” (Daniël 2:27)
Daniël spreekt over de God van de hemel, die de hemel heeft gemaakt en beheerst om de Babylonische adel te bereiken in termen die zij begrepen. Daniël en zijn vrienden bewezen verschillende keren dat de God van Israël niet alleen de toekomst kent, maar is er ook soeverein over is. Als gevolg, viel Koning Nebukadnezar voor Daniël neer en zegt: “Waarlijk, uw God is de God der goden en de Heere der koningen. Hij openbaart verborgenheden, zodat u déze verborgenheid kon openbaren.” (Daniël 2:47)
Daniel en zijn vrienden worden gepromoveerd tot de hoogste rangen in het koninkrijk, en meer dan dat, Nebukadnezar moedigt zijn volk aan om de ene ware God te aanbidden. Hij leert de Babyloniërs om niet te kijken naar de sterren, maar naar hun Schepper – de God van Abraham, Isaak en Jakob. Het Chaldeeuwse volk maakt kennis met God, en Zijn woord. En Daniël wordt hoofd van de magiërs. De lucht bestuderen met de Bijbel in de hand. Dus vanaf nu hadden de Chaldeeën expertise in astronomie (niet hetzelfde als astrologie, let op) en toegang tot de waarheid over de God van Israël.
Daniël en zijn vrienden waren opgeleid door de Chaldeeën, maar zij hadden ook de Thora en enkele van de profeten (Daniël 9:2). Bovendien kreeg Daniel een persoonlijk bezoek van een Aartsengel die hem precies vertelde wanneer de Messias, de koning van de Joden zou komen. Dit is wat Gabriël zei: “U moet weten en begrijpen: vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken.
Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar wel in benauwde tijden. Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.” (Daniël 9:25-26)
Daniël, kon met deze gegevens de komst van de Messias berekenen. Vanaf het bevel tot de wederopbouw Jeruzalem, zou het 7 weken + 62 “weken” zijn – 483 jaar. Dit geeft het tijdsbestek aan. In het jaar 445 voor Christus geeft de koning van Perzië, Artaxerxes (Kores), Nehemia de vereiste opdracht om Jeruzalem en de tempel te herbouwen. (Nehemia 2:1-8), en het aftellen begint.
Dit is hoe de oude Chaldeeën leerden waar ze op moesten letten, en wanneer ze er naar uit konden kijken. De wijsheid werd doorgegeven van generatie op generatie van Chaldeeuwse magiërs.
Tegenwoordig is het met NASA technologie mogelijk om te zien hoe de sterrenhemel er in vroeger tijden uitzag. En bij het bestuderen van de lucht rond de tijd van de geboorte van Jezus werd een uiterst zeldzame drievoudige conjunctie gezien: De Koningsster (Regulus) kruist de “Koningsplaneet (Jupiter) binnen het sterrenbeeld leeuw (Leeuw), ‘koning’ van de dieren, op drie momenten. Het sterrenbeeld Leeuw (dat zo wordt genoemd in elke taal, voor zover de gegevens teruggaan) heeft een verband met de koninklijke stam van Juda. De leeuw van Juda.
De boodschap was duidelijk. De Wijzen hadden het aftellen van Daniel, en ze wisten wat ze zoeken moesten in de lucht. Zij hadden begrip van de sterren, het woord van God en profetie, en zij hadden het geloof om het allemaal te geloven. En ze kwamen. Met perfecte cadeautjes.