Wist u dat er voor “liefde” in de Bijbel verschillende woorden worden gebruikt? Met ieder een eigen betekenis?

Het Hebreeuwse woord “yada” (Grieks: “eros”) wordt gebruikt om seksuele liefde aan te duiden. In Genesis 4 heeft Adam “yada” met Eva. Yada betekent “kennen” en in deze context “vleselijk kennen” of “geslachtsgemeenschap hebben met”.

Het Hebreeuwse woord “ahabah” (Grieks: “phileo”) is de broederliefde die bestaat tussen goede vrienden, ongeacht het geslacht. Er is geen seksuele connotatie. “Ahabah” wordt gebruikt om de liefde tussen David en Jonathan te beschrijven in 1 Sam. 20:17. In het NT vinden we het o.a. in Joh. 15:19, waar onze Heiland zegt: “U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied. Ik noem u niet meer dienaren, want een dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb.”

Tot slot is er het Hebreeuwse woord “chesed” (Grieks “agape”). Het wordt gebruikt om het soort liefde uit te drukken dat God toont aan Zijn uitverkorenen. “Chesed” wordt vaak vertaald als “standvastige liefde” of “liefdevolle vriendelijkheid”. Een goede uitleg van “chesed” is te vinden in Numeri 14:18, ” De HEERE is geduldig en rijk aan goedertierenheid, Hij vergeeft de ongerechtigheid en de overtreding”. In het NT openbaart God Zijn “Agape-liefde” aan ons. “Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden.” (1 Joh.4:9,10)

Zoveel liefde vraagt om onze wederliefde:

“Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft ooit God gezien. Als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is Zijn liefde in ons volmaakt geworden.” (1 Joh. 4:11,12).