We zagen al hoe Ezau zijn eerstgeboorterecht verwierp. Hij zou het zelf wel maken in zijn leven. En het ging hem zeer goed. Als Jacob terugkomt bij Laban vandaan, heeft Ezau geen behoefte aan de giften die Jakob hem wil geven. Hij heeft zelf meer dan genoeg (Gen. 33:9).
De belofte van het eerstgeboorterecht, dat meer dan 400 jaar op zich liet wachten, kwam tot vervulling toen Israël uittrok uit Egypte. En dan zijn het de Amalekieten, De nazaten van Ezau’s kleinzoon Amalek, die op Israëls ondergang uit zijn. (Gen. 17)
Later wordt Saul tot het koningschap geroepen, en zijn allereerste opdracht is om heel Amalek te slaan met de ban. Niemand mocht in leven blijven. Saul doet dit echter niet. Hij laat Agag, de koning van Amalek in leven. (1 Sam. 15)
En in Esther zien we opnieuw een Amalekiet, Haman, een nazaat van Agag. Ook hij wordt verteert door haat jegens de Joden. Geen list is hem teveel om maar van die gehate Joden af te komen. (Esther 3)
Maar God werkt in het verborgene. We lezen Zijn Naam niet in het boek Esther, maar Zijn voorzienende hand is duidelijk zichtbaar.
Saul was de zoon van Kis uit de stam Benjamin. En nu is Ester (Hebreeuws: Hadassah – “verborgen”), een afstammelinge van het huis van Kis, tot koningin verheven.
Toen Mordechai hoorde van de moordplannen van Haman, zei hij tegen Esther: “Want als je je in deze tijd in diep stilzwijgen hult, dan zal er vanuit een andere plaats verlichting en verlossing voor de Joden komen, maar jij en het huis van je vader zullen omkomen.”
Mordechai sprak over het Huis van Kis – het Huis van Saul, de eerste koninklijke lijn in Israël. Esther krijgt de verantwoordelijkheid om de fout van haar voorvader goed te maken. De Amalekieten moeten alsnog vernietigd worden, en de stam Benjamin moet daarin de leiding nemen.
Esther nam de waarschuwing van Mordechai ter harte en werd het instrument waardoor God Zijn volk bewaarde voor uitroeiïng. Deze redding wordt tot op de dag van vandaag gevierd in Israël op het Purimfeest – letterlijk: Feest van het Lot (Esth. 3:7)
Had Esther echter gezwegen, en haar verantwoordelijkheid niet genomen, dan zou er vanuit een andere plaats verlossing komen. Welke andere plaats? Over welke andere koninklijke familie in Israël profeteerde Mordechai hier?
Hij verwees naar de loot uit de tronk van Isaï. De Leeuw van de stam Juda! Hij is de uiteindelijke en volkomen Verlosser, die heel Zijn volk bevrijd.