Mozes en Jozua moesten beiden een keer hun schoenen uittrekken omdat de grond waarop ze stonden Heilig was. We zien een uitwisseling van schoenen in de lossing van Ruth, en in de Psalmen lezen we over het gooien van sandalen naar Edom… Wat is dat toch met die schoenen?

In de tijd van de Bijbel werden verbonden vaak bezegeld met een soort “schoeisel deal”, en daar is een goede reden voor. Zonder schoenen zijn we machteloos. Dan zijn we zwak en onbekwaam. Wij kunnen niet verder. Een soldaat kan niet vechten zonder zijn laarzen, een boer kan zijn akker niet ploegen, een reiziger komt niet ver. Stel je voor dat je op blote voeten door de brandende woestijn moest reizen… Daarom herinnert God de Israëlieten eraan dat hun kleding en hun schoenen niet versleten zijn toen ze veertig jaar door de woestijn zwierven. (Deut. 29:3).

Dus als iemand in het oude Midden-Oosten een schoen uit trok, dan maakte die persoon zich kwetsbaar, hij gaf zichzelf over aan de genade van de ontvanger van de schoen.

In Jes. 9:1-7 lezen we de aankondiging dat voor ons een Zoon geboren is, en dit gaat gepaard met een boodschap van triomfantelijke overwinning:

Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen… Want het juk van hun last, de stok op hun schouders, en de knuppel van hun slavendrijver hebt U verbroken als eens op Midiansdag. Ja, elke laars, stampend met gedreun, iedere soldatenmantel, gewenteld in bloed, zal verbrand worden, voedsel voor het vuur. Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder.

Het afnemen van de laarzen van de soldaten en ze verbranden is vrijwel een staatsgreep. Het betekent een klinkende overwinning voor de schoenverbrander en een verpletterende nederlaag voor de vijand op blote voeten. Het illustreert ons Christus’ volledige triomf en de  machteloosheid van de vijand.

In het Nieuwe Testament, zien we ook verwijzingen naar schoenen. In Hand. 12:7-8 zien we Petrus in de gevangenis zitten:

En zie, er stond een engel van de Heere en er scheen een licht in het vertrek, en door Petrus in de zij te porren, wekte hij hem en zei: Sta snel op. En zijn ketenen vielen van zijn handen af. En de engel zei tegen hem: Doe uw gordel om en bind uw sandalen aan. En hij deed dat. En hij zei tegen hem: Sla uw bovenkleed om en volg mij. En hij ging naar buiten en volgde hem

God doet het wonder van verlossing, maar Petrus moet zelf zijn mantel en schoenen aandoen. Waarom eigenlijk? Daar had God toch ook in kunnen voorzien? Zeker, maar Petrus moest doen wat hij kon. God deed het onmogelijke, Petrus het mogelijke. Petrus moest zijn schoenen aantrekken en de route volgen engel naar vrijheid.

Dus de volgende keer dat u uw schoenen uittrekt, denk dan eens na over uw kwetsbaarheid op blote voeten, uw zwakte, uw onvermogen, en laat uw gedachten dan eens gaan over uw afhankelijkheid van God. Geef je over aan Zijn genade want Hij zorgt voor u.

En als u uw schoenen aantrekt, denk dan eens aan Petrus, die versuft en verward, zich klaarmaakte om in vrijheid te stappen te zetten en voort te gaan op de weg die God voor hem had.

Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden… Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. (Ef. 6:13,15)