Het bederf van het mooiste wordt het slechtste.
De schepping. De Vader sprak en het was er. Door Zijn Woord en Geest werd de aarde geformeerd.
In Handelingen was er een nieuwe schepping. In de Dortse Leerregels staat in artikel 12:
Dit is de wedergeboorte, de vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de dood en levendmaking, … Deze is naar het getuigenis van de Schrift … niet minder krachtig dan zijn werk bij de schepping of de opwekking van doden.
Net als in het paradijs werkt God de Vader door Zijn Woord en Geest in de harten van mensen.
Zo was de situatie bij de eerste Christen-gemeente. Een bijna paradijselijke toestand. De gemeente leefde niet voor zichzelf maar voor haar Heer en Heiland. Daarom was er ook geen mijn en dijn meer. Ieder kon genieten van Gods goede gaven.
De satan, de vijand van God, kan dit niet uitstaan. Hij wil zelf heer en meester zijn over de mensen op aarde. De satan begint een fluistercampagne. Stiekem. Tegen een echtpaar. Net als indertijd tegen Adam en Eva.
Nu zoekt hij Anannias en Safira op, en begint tegen hun te fluisteren. Ze laten het landen in hun hart.
De vruchten aan deze boom zien er wel verlokkend uit. Daar kun je je voordeel mee doen, wijs worden. Ananias en Safira willen ook ergens hun voordeel mee doen, ze willen aanzien verwerven onder de broeders en zusters. Hooggeacht worden om hun vrijgevigheid. Maar het is huichelarij. Huichelen komt van het oud hoogduitse woord “heucheln, hûchen”, dat “een gebogen houding aannemen of hurken” betekent. Of te wel: iets te veinzen door je klein voor te doen.
Dat is wat Ananias en Safira doen. Valse bescheidenheid om dubbel geprezen te worden.
Ergens is het onbegrijpelijk dat ze het op durven nemen tegen de Levende God. Ze hadden toch bewijzen in overvloed van Gods macht?
Maar dat hadden Adam en Eva toch ook? (en wij?)
De straf op de zonde is dezelfde als in het paradijs: de dood.
Dat kan een wrede straf lijken in onze ogen. Was het nu echt zo erg? Ja, zeker.
Het bederf van het beste is het slechtste.
Had God dit laten lopen, dan was het hek van de dam geweest. Dan eindigen we in bijv. Psalm 94. Daar lezen we:
Hoelang nog zullen de wettelozen, de onrechtvaardigen het hoogste woord voeren en trotse taal uitslaan? Zij vertrappen uw volk, HEER, onderdrukken uw liefste bezit, weduwen en vreemdelingen doden ze, kinderen zonder vader brengen ze om. ‘De HEER ziet het niet,’ zeggen ze, ‘de God van Jakob merkt toch niets.’
Maar God ziet alles. Niet alleen zoals wij mensen, wat voor ogen is, maar Hij ziet ook het hart aan. In Jakobus 1 staat: 14 Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. Is de begeerte bevrucht, dan baart ze zonde; en is de zonde volgroeid, dan brengt ze de dood voort.
Ziet u de overeenkomst tussen de zondeval, de geschiedenis van Ananias en Safira? En met die van uzelf?
Gelukkig hebben we een genadig God. Hij wil ons helpen tegen de zonde, tegen de begeerte te strijden en Hij belooft dan ook de overwinning:
Laten we nog even lezen in Jakobus 1:
Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft. Want wie de proef doorstaat, ontvangt als lauwerkrans het leven, zoals God heeft beloofd aan iedereen die hem liefheeft.