Het verhaal van de rijke man en Lazarus (Luk. 16:19-31) is een van de bekendste in de Bijbel. Het is een gelijkenis, maar de enige waarin echte mensen voorkomen.
Abraham is natuurlijk de stamvader van het Joodse volk. En Lazarus is mogelijk de broer van Maria en Martha, die door Jezus uit de dood werd opgewekt. Uit Joh. 12:3 en Matt. 26:6 zien we dat Lazarus’ andere naam Simon was, en dat hij melaats was geweest. Hij zat “vol zweren”. Het bedelen had niet zozeer te maken met armoede, maar met zijn onreinheid.
Maar wie was de rijke man?
Hij was rijk, gekleed in paars en fijn linnen, leefde elke dag in luxe, hij had vijf broers, en zij woonden in het huis van zijn vader. Ze hadden Mozes en de Profeten maar zij luisterden niet naar hen, en ze zouden zelfs niet overtuigd zijn als iemand uit de dood zou opstaan.
Een zeer gedetailleerd beeld, en de Farizeeën begrepen onmiddellijk op wie Christus doelde. Er was maar één man in Israël die gekleed was in purper en fijn linnen. Een man die precies aan alle aanwijzingen voldeed die Jezus gaf. Het was de Joodse Hogepriester.
De hogepriester was Kajafas. Hij was rijk, gekleed in paars en fijn linnen, en leefde in luxe. Hij was de schoonzoon van Annas, die voor hem de hogepriester was. Annas was door de Romeinen uit zijn ambt ontheven omdat hij zich openlijk tegen hen verzette, maar achter de schermen behield hij zijn gezag en positie. Dit is de reden waarom Jezus in Joh. 18 eerst door Annas wordt berecht en pas daarna door Kajafas.
En voor het geval er nog iemand was die niet begreep wie Hij bedoelde vertelde Jezus dat de Rijke Man vijf broers had, de zonen van Annas. De historicus Josephus schrijft: “Deze oudere Annas was een zeer fortuinlijke man, want hij had vijf zonen, die allemaal het ambt van hogepriester hebben bekleed voor God, en hij had zelf al lang geleden die waardigheid genoten.”
Ze hadden Mozes en de Profeten, maar ze luisterden niet naar hen.
De Farizeeën leerden dat melaatsen (zondaars in hun ogen) naar de onderwereld zouden afdalen, maar zijzelf, met de hogepriester voorop, waren rechtvaardig en zij zouden gegarandeerd een aangenaam welkom krijgen in Abrahams schoot.
En Jezus keert dat radicaal om. Lazarus werd door Abraham ontvangen, terwijl de rijke
hogepriester, gekleed in purper en fijn linnen, afdaalde in de vlammen.
De Farizeeën konden het niet aanvaarden. De wederopstanding paste niet in hun theologie. Liever hingen ze Jezus aan het kruis dan dit te aanvaardden. Maar Jezus ging gewillig, en nam ook de straf van hun zonden op zich.
Maar, Gode zij dank, na Pinksteren komen er ook uit hun kring tot geloof. De Heilige Geest kan zelfs de hardste harten zacht maken!
Zo doe hij ook aan ons.